Type infiltraties
Naargelang de aandoening of klachten van de patiënt, maken we voor een infiltratie van de schouder graag het onderscheid tussen:
-
- Cortisone
- Hyaluronzuur of ‘GEL’
Cortisone
Cortisone werkt als een krachtige ontstekingsremmer en kan de pijn op korte termijn snel doen verbeteren.
Indicaties zijn als volgt:
Intra-articulair (glenohumeraal)
- Artrose van het schoudergewricht
- Adhesieve capsulitis (“Frozen Shoulder”)
- Articulaire zijde ruptuur van de rotator cuff(“PASTA letsel”)
- Problemen t.h.v. de aanhechting van de bicepspees(“SLAP letsel”)
- Tenosynovitis van de bicepspees
- Bij voorkeur gegeven onder radioscopische / echografische controle
Intra-articulair (acromioclaviculair)
- Artrose van het acromioclaviculair gewricht
- Posttraumatische acromioclaviculaire synovitis
- Bij voorkeur gegeven onder radioscopische / echografische controle
Subacromiaal (slijmbeurs)
- Slijmbeursontsteking (bursitis)
- Partiële scheuren van de rotator cuff (bursale zijde)
- Volledige dikte scheuren van de rotator cuff (bij gecompenseerde functie van de schouder)
Cortisone zal de pijn verhelpen en toelaten om een correcte revalidatie te starten.
Protocol: wordt bij voorkeur niet meer dan 3 Cortisone infiltraties gegeven binnen het verloop van 6 maanden en met interval van minimaal 2 weken.
Mogelijke bijwerkingen zijn een tijdelijke verhoging van het bloedsuikergehalte.
Hyaluronzuur
Hyaluronzuur inspuitingen, of beter gekend als de gelspuiten, worden gebruikt voor de behandeling van kraakbeenletsels of artrose van de schouder. Een infiltratie met hyaluronzuur heeft als doel het resterende kraakbeen te voeden, het gewricht “te smeren” en ontsteking te verminderen of vermijden.
- Een gelspuit wordt vaak gegeven in een serie van 2 tot 3 infiltraties met een interval enkele weken. Dit naargelang het klachtenpatroon en vaak ter ondersteuning van een positief effect van een Cortisone infiltratie.